Economische wetenschappen

Lessentabel 2de graad Economische wetenschappen

Klik hier voor een totaaloverzicht lessentabel van alle studierichtingen met finaliteit DOORSTROOM-DOMEINOVERSCHRIJDEND. 



3de jaar4de jaar
Aardrijkskunde11
Godsdienst22
Geschiedenis (CLIL-Frans)22
Lichamelijke opvoeding22
Biologie11
Chemie11
Fysica11
Nederlands44
Frans44
Engels22
Duits-1
Wiskunde *55
Economie54
Keuzepakket **

  -  STEM

  -  Moderne vreemde talen en mediakunde 

  -  Gedragswetenschappen

2




2




TOTAAL3232


* Binnen economische wetenschappen en Latijn moeten de leerlingen de keuze maken tussen wiskunde basis of wiskunde verdieping.

** In de 2 uur vrije ruimte geven we de mogelijkheid om op graadbasis een keuzepakket naar eigen interesse en talenten te kiezen.

*** Naast al deze vakken is er ook nog een GFL, een gemeenschappelijk funderend leerplan. Dit leerplan omvat voornamelijk maatschappelijke, artistieke en ICT-doelen. We voorzien hier geen apart uur voor, maar koppelen deze doelen aan vakken, projecten en uitstappen.


Richting Economische wetenschappen 

Economische wetenschappen is een sterk theoretische studierichting in de doorstroomfinaliteit die je voorbereidt op een brede waaier aan bachelors.  Ze combineert een brede algemene vorming met een uitgebreid pakket economie en wiskunde. Via de specifieke vorming in economie verwerf je inzicht in de economie als systeem en de werking van ondernemingen.


Vakken algemene vorming

Wie vanaf het derde jaar (begin van de tweede graad) voor de finaliteit DOORSTROOM kiest, begint aan een algemene vorming. Voortstuderen in het hoger onderwijs is vanzelfsprekend.

Behalve lichamelijke opvoeding zijn alle vakken theoretisch van aard.

Een brede talenopleiding (Frans, Engels en eventueel vanaf het vierde jaar Duits), en een grondige wiskundige vorming zijn eigen aan elke DOORSTROOM richting. Verder zijn er voor alle doorstromers algemeen vormende vakken: aardrijkskunde, geschiedenis,  godsdienst en minstens een basispakket natuurwetenschappen.

 

Jouw profiel

Jij kan

  • geordend denken
  • logisch en kritisch redeneren
  • complexere leerinhouden verwerven in een beperkt tijdsbestek
  • wiskundig abstracte begrippen en concepten hanteren
  • de belangrijkste (bedrijfs)economische concepten en hun onderlinge verbanden doorgronden